De geschiedenis van de Baanhoekbrug
Om beter te kunnen concurreren met de Rhijn Spoorweg Maatschappij NRS, die de belangrijkste west-oost verbindingen exploiteerde, gaf de SS opdracht voor de bouw van de Baanhoekbrug, zodat een spoorverbinding Hoek van Holland - Rotterdam - Dordrecht - Geldermalsen en verder door de Betuwe naar Nijmegen mogelijk werd. De Baanhoekbrug werd, met aanzienlijke vertraging, pas op 13 juli 1885 in gebruik genomen. De Staats Spoorwegen legden de in gebreke blijvende aannemer een boete van f 50,- per dag op voor elk etmaal dat de opleveringsdatum werd overschreden. Zonder veel protest werd lange tijd de boete betaald, waarbij echter pas veel later werd ontdekt dat de Nederlandse Rhijn Spoorweg Maatschappij deze aannemer f 100,- betaalde voor elke 24 uur dat de bouw werd vertraagd! Op 28 mei werd de brug beproefd.
Op 15 april 1945 werd de Baanhoekbrug door de Duitse bezetter opgeblazen. In 1947 was de brug weer berijdbaar.
In april 1980 ging een 40 jaar oude wens van de scheepvaart in vervulling. De Baanhoekbrug over de Beneden-Merwede kreeg een beweegbaar deel. Sinds 1936, toen de Moerdijkbrug een vaste brug werd, was het voor grote schepen van de scheepsbouw langs de Merwede alleen noeg mogelijk de zee te bereiken wanneer een deel van de spoorbrug met hefbokken uitgevaren werd. Het werk voor de bouw van de baskulebrug startte in mei 1978 en de brug had eigenlijk in november 1979 klaar moeten zijn. Bij het baggeren voor de bouw van de enorme baskulekelder kwamen de bouwers een zware Engelse vliegtuigbom tegen. Het onschadelijk maken bleek een moeilijk karwei en zorgde voor vier weken vertraging. De twee lichtere bommen die bij het uitbaggeren van de vaargeul naar boven kwamen zorgden voor nieuwe vertraging. De baskulebrug is een eigen ontwerp van de sektoren staalbouw en betonbouw van NS. Ook nu weer is, net als honderd jaar geleden, de onderbouw voor dubbelsporige bediening uitgevoerd. De brug zelf is enkelsporig. De ouw van het beweegbare gedeelte verzorgde Hollandia in Krimpen aan de IJssel, het betonwerk werd door Strukton uitgevoerd. Het elektrische gedeelte verzorgden Electro Rail en de firma Croon. In de baskulekelder zijn ondermeer werkruimten voor brugonderhoud en een transformatorhuisje ondergebracht. Het totale staalgewicht van de brug is 550 ton, de twee balanspriemen wegen elk 220 ton. Het beweegbare gedeelte heeft geen bovenleiding.
Bron: - Railkroniek 37; 3/86; Stichting Rail Pulicaties.
- Van armsein tot lichtsein; NS 2 november 1981
Van een collega kreeg ik nog 2 foto's van het verwijderen van één van de brugdelen in 1979.