Terug

De geschiedenis van de Stadsbrug

 

Op 31 oktober 1872 werd de spoorlijn Rotterdam - Dordrecht - Breda geopend. De oeververbinding over de Oude Maas bestond toen uit: (gezien van uit Dordrecht) een grote draaibrug van 54 meter, 2 vaste bruggen van 87,5 meter, een kleine draaibrug van 35 meter en 2 kleine boogbruggen van 64,5 meter. In 1934 werd er bovenleiding op de brug aangebracht. In mei 1940 kwamen de bruggen onbeschadigd in handen van de Duitsers.Halverwege de oorlogsjaren werden er op de boogbruggen luchtafweerposten ingericht. Op 20 september 1944 ging het mis bij het aanbrengen van springlading door de Duitsers. De boel explodeerde en de beide boogbruggen aan de Zwijndrechtse zijde vlogen de lucht in. Tijdens de terugtocht van de bezetter werden de 2 grote bruggen ook opgeblazen. Het oprimen van de restanten duurde tot maart 1946. De bruggen werden vervangen door exemplaren uit Engeland. Ook werdroen de kleine draaibrug aan de Zwijndrechtse zijde vervangen. De hele brug was toen enkelsporig. Spoedig werden de werkzaamheden gestart om de brug weer dubbel-sporig te maken.  Toch duurde het tot 1950 voor de brug weer dubbel-sporig te berijden was. In dat jaar bouwde de fa Werkspoor Utrecht een grote vaste overspanning van 177 meter. Aan de Zwijndrechtse zijde werd een tweesporige brug geplaatst ter vervanging van een enkelsporig exemplaar. Tevens werd de draaibrug aan die zijde vastgelegd. Omdat de draaibrug in toenemende mate een belemmering voor de scheepvaartwerd is de draaibrug in 1970 vervangen door een hefbrug. Op 27 mei 1970 werd het 55 meter hoge gevaarte ingevaren. De doorvaartopening werd hierdoor voor de scheepvaart 2x zo breed. Maar door het steeds maar toenemende scheepvaartverkeer werd ook deze brug een bottle-neck. Met name de doorvaarthoogte was een probleem. Omdat de brug niet op Rijnvaarthoogte lag moesten veel scheen wachten op de opening van de brug. Deze openingen gaven weer belemmeringen voor het ook steeds maar toenemende treinverkeer. Halverwege de jaren 80 werd daarom gestart met het hefbaar maken van de twee vakwerkbruggen, zodat deze in geopende stand op Rijnvaarthoogte kwamen. De brugwachter kreeg een nieuw bedienhuisje en dit werd door de vorm al snel de koffiefilter genoemd. Nadat de werkzaamheden in 1990 waren afgerond, werd de studie gestart voor de bouw van een 4-sporige brug. Even werd nog gedacht aan een tunnel, maar dat was door de ligging van station Dordrecht niet mogelijk. In 1993 worden de werkzaamheden gestart.Omdat er een veel grotere en zwaardere brug gebouwd word moet er een stevige fundering gebouwd worden. De oude vlinder wordt in 1994 afgebroken en vervangen door een 4 sporige brug op Rijnvaarthoogte. De afmetingen engewichten van deze nieuwe brug zijn enorm. Een heftoren weegt 250 ton en is 65 meter hoog. De hefkoker tussen 2 heftorens weegt 400 ton en de beide koppelkokers met daarin de aandrijving weegt 235 ton. In het voorjaar van 1995 word de nieuwe hogere brug in geruik genomen, waarna kan worden gestart met het op Rijnvaarthoogte brengen van de oude brug. De brug word in de hoge stand vast gezet en de op- en afritten worden opgehoogd. Na ombouw van het hele emplacement van Dordrecht kan de nieuwe brug in gebruik genomen worden.

 

 

De bouwput voor een van de pijlers in 1866. (foto uit 'Dordrecht weer zien')

De brug in z'n oorspronkelijke gedaante van voor de oorlog. De verkeersbrug is in aanbouw. (foto uit folder NS)

De geëlectrificeerde draaibrug vlak voor het plaatsen van de nieuwe hefbrug. (foto uit Spoorwegjournaal)

De nieuwe hefbrug, de vlinder, wordt ingevaren. (foto uit folder NS)

De brug in z'n oorspronkelijk gedaante. (foto uit Spoorweg journaal)

Half open. (foto uit 'Dordrecht weer zien')

En helemaal open. (foto Egbert van Werkhoven)

De brug vanuit de lucht met de heftorens in aanbouw. (foto uit folder NS)

De vlinder tijdens de voorbereiding voor de sloop.

De nieuwe grote brug bij Dordrecht.